2017, een nieuwe wending 
                Na een  gedetailleerde uiteenzetting van het  jaaroverzicht  2016 over het project dagvlinders Durme-  en Scheldegebied tijdens een bijeenkomst van de VVE WG Dagvlinders, werd  een opmerkelijk besluit genomen. Het bleek  duidelijk dat de oorspronkelijke opzet, 5 jaar inventariseren in het  projectgebied, niet het eindpunt van dit project kon zijn. Meer en meer  zijn we ons er van bewust dat dit project een referentie kan worden voor  Vlaanderen. Voor sommige soorten hebben we een vorm van verzadiging bekomen  omdat deze soorten overal te vinden zijn en totaal niet bedreigd of in gevaar  zijn. Er zijn voor deze soorten geen verrassingen meer in petto en zijn al goed  in kaart gebracht. Het betreft vooral de ubiquisten (generalisten) die algemeen goed vertegenwoordigd zijn in het  projectgebied. 
                Aan  de hand van een tuinenmeetnet willen  we deze soorten verder opvolgen en dit als leidraad gebruiken van hun voorkomen  in het hele projectgebied. Door gegevens te vergelijken uit een goed opgevolgde  tuin met de data uit het volledige projectgebied, bleek dat de tuingegevens een  goede correlatie vertonen met de evoluties in het hele gebied. De grafieken  vertonen zeer goede gelijkenissen en zijn relevant en bruikbaar. We willen dit  nog jaren verder volgen én dankzij het tuinenmeetnet kunnen we zo onze accenten ook elders leggen. 
                Op  die manier kan het project dagvlinders  Durme- en Scheldegebied haar energie op soorten richten die veel minder  goed zijn onderzocht. De kennis die we al hebben van de 3 doelsoorten  (Oranjetipje, Koevinkje en Hooibeestje) kan nog aangescherpt worden door de  populaties nog beter te kaderen. Waar we echter veel minder kennis van hebben  zijn de Blauwtjes (Icarusblauwtje, Bruin blauwtje en Kleine vuurvlinder). Die  soorten willen we vooral in kaart brengen a.d.h.v. hun voortplantingsplaatsen.  Door het onderzoeken van andere stadia en het eileggedrag van de wijfjes,  kunnen we een veel beter inzicht krijgen hoe deze soorten kunnen overleven in  een verstedelijkt en intensief agrarische omgeving. De ideale condities in dit  landschap zijn beperkt maar kunnen gevonden worden. Waar zoeken we die  Blauwtjes dan? Daar doen we vooral een beroep op vrijwilligers die de vele  (doodlopende) wegels tussen de maisakkers en velden willen inventariseren. Met  het project ‘sla je slag’ (een slag  is een veldwegel tussen de akkers) proberen we een eerste aanzet te geven door  het zoeken van imago’s. Op die manier krijgen we wellicht ook een beter inzicht  van hun verspreiding. Andere soorten die via het tuinenmeetnet worden onderzocht, komen hier ook voor en worden mee  opgenomen in de data verwerking. 
                Verder  proberen we met gemeenten en besturen samenwerkingen op te starten die voor bepaalde  soorten of gebieden een meerwaarde kunnen opleveren voor het project. Denken we  daarbij aan een beheerovereenkomst voor het Hooibeestje met AWV (Afdeling Wegen  & Verkeer) in Waasmunster. Met de gemeente Temse werken we samen aan een  opstartproject voor het Oranjetipje en waar men ons advies vraagt omtrent het  beheer en inrichtingsmaatregelen voor deze soort. Als derde voorbeeld het NIP  Donkmeer (Natuurinrichtingsproject) waar het project dagvlinders Durme- en Scheldegebied gevraagd werd om dit dossier op  te stellen die de inrichting en het beheer voor komende decennia zal bepalen.  In de toekomst zal dit waarschijnlijk nog meer verwacht worden van ons. 
                Na  5 jaar intensief zoeken kunnen we onze aandacht ook vestigen op de nog te  verwachten soorten en soorten die veel moeilijker te onderzoeken zijn vanwege  hun verborgen leven. Denken we daarbij aan de vondst van Sleedoornpage en  Kaasjeskruiddikkopje in het uiterste zuiden van ons projectgebied. Enkel de  stadia eitjes en rupsen werden gevonden maar nog geen imago. Dit is echter een  bewijs dat deze soorten zich voortplanten in onze regio. 
                Het  project krijgt dus een vervolg en daar is momenteel geen einde aan verbonden.  Integendeel, dit project wordt steeds waardevoller en leidt ons naar resultaten  die op lange termijn heel bepalend en inspirerend kunnen zijn voor iedereen die  met dagvlinders bezig is. 
                 |