Dagvlinder logo

Vlaamse Vereniging voor Entomologie
Flemish Entomological Society

Werkgroep Dagvlinders


Home V.V.E. | Dagvlinders | Bijeenkomsten | Projecten | Reisverslagen | Veldactiviteiten | Publicaties | Onderzoek | Flieflotter | Benelux | Albania |

Vlinderreis naar Natuurpark Hunsrück, Nationaal Park Hunsrück-Hochwald, natuurreservaat Wolferskopf (Duitsland) en Rocherbach (België) (Lepidoptera: Papilionoidea)
22 tot 27 juli 2020

Door Jacques Vervaeke, Oscar Seynaevelaan 13, 8560 Gullegem, België.
jacques.vervaeke1@telenet.be


Inleiding

Doel: inventarisatie van de dagvlinder fauna en met speciale aandacht voor het Morgenrood, Lycaena virgaureae (Linnaeus, 1758).
Naar aanleiding van de Coronacrisis werd er eerst getwijfel om de reis al dan niet te laten doorgaan. Dagelijks werd er online informatie opgevraagd naar de toestand zowel in België als in Duitsland. De toestand in Leiwen (Moesel) en Hunsrück was veiliger dan in Zuid-West-Vlaanderen. Wij besloten dan maar om de vlinderreis te laten doorgaan.
We bezochten diverse plaatsen:
-
Wolferskopf nabij Haustadt (Saarland, Duitsland) (Fig. 1, symbool 1)
- De rand van het Nationaalpark Hunsrück-Hochwald Leisel (D) (Fig. 2, symbool2), het Nationaalpark Hunsrück-Hochwald Börfink (D) (Fig. 2, symbool 3) en de rand van het Nationaalpark Hunsrück-Hochwald Singende Tal te Hilscheid (D) (Fig. 2, symbool 4).
- De bosdreven nabij Rocherath (B) (Fig. 3, symbool 5)
Sinds half juli waren de hooilanden gemaaid, waardoor wij genoodzaakt waren de bosdreven met open weitjes op te zoeken.
Dit waren dan ook de meestal vlinderrijke biotopen.


Fig. 1. Symbool 1: Wolferskopf (Saarland) Haustadt (D). Google Earth
Ò


Fig 2. Nationaalpark Hunsrück-Hochawald. Google Earth
Ò
Symbool 2: rand Nationaalpark Hunsrück-Hochwald Leisel (D). Symbool 3: Nationaalpark Hunsrück-Hochwald Börfink (D). Symbool 4: rand Nationaalpark Hunsrück-Hochwald Singende Tal Hilscheid (D).


Fig 3. Symbool 5: bosdreven Rocherath (B). Google Earth
Ò

Reisverslag

Maandag 22 juli
Mijn echtgenote, zoon en ik vertrokken naar Leiwen aan de Moezel (Rheinland Pfalz) waar onze verblijfplaats gelegen was. Vroeg in de namiddag kwamen wij op onze bestemming aan. In afwachting tot we toestemming kregen om onze huisje te betreden, bezochten wij eerst een nabij gelegen bos waar enkele Argynnis paphia (Linnaeus, 1758) vlogen. Tijdens de avond bereidde ik onze eerste vlinderuitstap van de volgende dag voor.

Dinsdag 23 juli
Het weer was schitterend en na het ontbijt vertrokken wij richting het natuurreservaat Wolferskopf in Saarland (Fig. 4-6). Het eerste deel loopt door een bos. Onze eerste vlinder aan de bosrand was een Issoria lathonia (Linnaeus, 1758) (Plaat 1.1) die aan het zonnen was. Araschnia levana (Linnaeus, 1758), Argynnis paphia (Linnaeus, 1758) zowel ♂♂ als ♀♀, Polygonia c-album (Linnaeus, 1758), Vanessa atalanta (Linnaeus, 1758) en Maniola jurtina (Linnaeus, 1758) werden eveneens geobserveerd. Iets verder in een open veld (Fig. 7) waren Pieris rapae (Linnaeus, 1758) en M. jurtina volop te zien.


Fig. 4-5. Wolferskopf, Haustadt (D), 22.vii.2020 (Foto J. Vervaeke) (Foto J. Vervaeke)

Na 3 km aan een kalkgrasland, was mijn ontgoocheling zeer groot toen het grasland volledig tot tegen de bosrand en hagen gemaaid was. Slechts de steile graslandjes bleven sporadisch ongedeerd. Blijkbaar kennen ze hier geen sinusbeheer of gefaseerd maaibeheer (Fig. 8). Gelukkig observeerde ik nog enkele tientallen ♂♂ Lysandra coridon (Poda, 1761) (Plaat 1.2), ♀♀ waren er nog niet te zien. Ook een 3-tal Polyommatus thersites (Cantener, 1835) konden worden gespot ondanks het kale grasland. Andere soorten die ik observeerde: 1♀ Leptidea sinapis (Linnaeus, 1758) of Leptidea juvernica Williams, 1946, Gonepteryx rhamni (Linnaeus, 1758), P. rapae, A. paphia, Coenonympha pamphilus (Linnaeus, 1758), M. jurtina, Melanargia galathea (Linnaeus, 1758), Celastrina argiolus (Linnaeus, 1758), Thymelicus sylvestris (Poda, 1761) en Thymelicus acteon (Rottemburg, 1775). Bij de terugweg naar de parking, langs een bosweg, vlogen nog Pieris brassicae (Linnaeus, 1758), Aricia agestis ([Denis & Schiffermüller], 1775) en C. argiolus. Een ♂ Lasiommata megera (Linnaeus, 1767) was nog op te merken in een nabij open veld. Langs de bosweg nabij de autoparking konden enkele nieuwe soorten voor de dag worden gespot, namelijk Aglais io (Linnaeus, 1758) en Limenitis camilla (Linnaeus, 1764) (Plaat 1.3).


Fig. 6. Wolferskopf, Haustadt (D), 22.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).

Fig. 7. Open veld, Haustadt (D), 22.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).


Fig. 8. Gemaaid grasland, Haustadt (D), 22.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).

Woensdag 24 juli
Terug een mooie dag. Vandaag was het de beurt aan het Nationaal Park Hunsrück-Hochwald (Rheinland Pfalz) en de omgeving nabij Leisel. De eerste honderden meters waren steil om dan een verharde weg te worden. Rond 10u waren de eerste vlinders te zien, o.a. A. paphia zowel ♂♂ als ♀♀ zouden ons gedurende de ganse dag vergezellen. Vlug daarna spotten wij de twee volgende soorten: M. galathea, verder een ♀ Pieris napi (Linnaeus, 1758).

Nabij een bloemrijke berm was de dagvlinder fauna vertegenwoordigd uit: G. rhamni, een ♂ Apatura iris (Linnaeus, 1758) de topper van de dag, A. io, Aglais urticae (Linnaeus, 1758) (Plaat 1.4), A. paphia,
P. c-album
, M. jurtina, Pyronia tithonus (Linnaeus, 1771), C. argiolus, een eenzame Erynnis tages (Linnaeus, 1758) (Plaat 1.5) en T. sylvestris. Hier zagen we ook een dagactieve Euplagia quadripunctaria (Poda, 1761) (Plaat 1.6).

Rond de middag picknickten wij aan de bosrand rechtover een bloemenweide. Veel vlindersoorten en aantallen waren er niet te bespeuren: enkel G. rhamni, 1♀ L. sinapis/juvernica, A. paphia,
I. lathonia
(Plaat 2.1), L. camilla, M. galathea en T. sylvestris fladderden er rond.

Onze observaties werden verder gezet en op aanvraag van de zoon die een mooie bosdreef wenste te bezoeken, zijn wij deze ingetrokken. Onze eerste vlinder was hier terug een I. lathonia. Andere soorten die we konden observeren en netten waren: A. io, A. levana, L. camilla, M. galathea, C. argiolus en T. acteon.


Fig. 9. Open grasveld, Leisel (D), 23.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).

Een rustpauze werd gehouden aan de splitsing van een bosweg en een open grasveld (Fig. 9). Na een tiental minuten ben ik op het grasveld gaan inventariseren: G. rhamni, 1L. sinapis/juvernica, A. paphia (Fig. 10) waaronder 1♀ forma valesina (Fig. 11), I. lathonia, V. atalanta, P. aegeria, C. argiolus, Favonius quercus (Linnaeus, 1758), slechts 1♂ Lycaena tityrus (Poda, 1761), slechts 1♂ Lycaena virgaureae (Linnaeus, 1758), 1♀ Ochlodes sylvanus (Esper, 1777) en T. sylvestris waren de soorten die ik kon determineren.

Tijdens de avond bij een glaasje witte moezelwijn begon ik mijn volgende vlinderuitstap voor te bereiden.



Fig. 10. A. paphia forma valesina ♀, Leisel (D), 23.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).
Fig. 11.
A. paphia ♂, Leisel (D), 23.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).

Donderdag 25 juli
Zoals voorgaande dagen een schitterende dag, terug om er van te genieten. Deze maal was het Nationaal Park te Börfink (Rheinland Pfalz) aan de beurt. Ook hier was het natuurreservaat “Wiesen am Einschieder Hof“ volledig gemaaid (Fig. 12), zodat wij terug aangewezen waren op de bosdreven. Deze bosdreef was dan ook de meest soorten- en aantallenrijke vlinderdreef van ons verblijf.


Fig. 12. Telling aan natuurreservaat “Wiesen am Einschieder Hof “,Nationaal Park te Börfink (D), 24.vii.2020 (Foto J. Delaey).

Volgende soorten werden er genoteerd: P. napi, A. paphia, Aphantopus hyperantus (Linnaeus, 1758) (Plaat 2.2), M. jurtina (Fig. 16), M. galathea (Fig. 17), P. tithonus en T. sylvestris (Plaat 2.3). Aan de rand van het natuurreservaat vlogen: Speyeria aglaja (Linnaeus, 1758) (Plaat 2.4), M. jurtina, M. galathea en T. sylvestris. Verder volgden wij de dreef waar S. aglaja goed aanwezig was en ook alle voorgaande soorten vlogen er goed. Op een nabije, open boswegberm waren M. jurtina, M. galathea en T. sylvestris zelfs ongewoon talrijk.

Rond de middag bij een aangelegde picknick plaats van het Nationaal Park te Börfink, (Fig. 13-15) en na de laatste hap van onze picknick, had ik reeds mijn vlindernet in de hand om verder vlinders te netten en te determineren.

 

Fig. 13. Vlinderrijke bos berm, Nationaal Park te Börfink (D), 24.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).
Fig. 14. Vlinderrijke bos berm, Nationaal Park te Börfink (D), 24.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).

 

Fig. 15. Vlinderrijke bos berm, Nationaal Park te Börfink, 24.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).

 

Dit biotoopje was rijk aan vlinder aantallen. Mijn taak was nu om deze zoveel mogelijk op naam te brengen. Het vlinderlijstje bestond uit: G. rhamni, P. napi, A. io (Plaat 2.5), A. urticae, A. levana, A. paphia,
S. aglaja
, V. atalanta, A. hyperantus, M. galathea, P. aegeria, L. tityrus 1♂ (Plaat 2.6), 1♂en1♀ L. virgaureae (Fig. 18-19) en T. sylvestris.
Na de geslaagde vinder observatie bezochten wij het natuurcentrum van het nationaal park, om eerst onze dorst te lessen en vervolgens de nieuwe tentoonstelling te bezoeken. ’s Avonds op het terras en met de nodige kaarten bereidden we de volgende uitstap voor.

 

Fig. 16. M. galathea, Nationaal Park te Börfink (D), 24.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).
Fig. 17.
M. jurtina , Nationaal Park te Börfink (D), 24.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).

Fig. 18. L. virgaureae ♀, Nationaal Park te Börfink (D), 24.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).
Fig. 19.
L. virgaureae ♂, Nationaal Park te Börfink (D), 24.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).

Vrijdag 26 juli
Door de Corona hebben wij wel ons reisplan moeten aanpassen. In plaats van een stadsbezoek te organiseren, hebben wij besloten terug een vlinderuitstap te maken naar het Singende Tal nabij het Nationaal Park. Tien jaar geleden waren de hellingen met sparren bedekt. Het jaar daarop werden de sparren verwijderd en liet men het gebied op natuurlijk wijze ontwikkelen, met als gevolg dat het nu een gemengd loofbos is geworden (Fig. 20).

Fig. 20. Singende Tal, Hilscheid (D), 25.vii.2020 (Foto J. Vervaeke).

 

Van bij de start zouden wij in het dal volgende soorten onder onze ogen te zien krijgen: G rhamni, P. brassicae, P. napi, A. io, A. paphia, Brenthis daphne ([Denis & Schiffermüller], 1775) (Plaat 3.1-2),
L. camilla
, S. aglaja, A. hyperantus, M. jurtina, M. galathea, P. aegeria (Plaat 3.3), C. argiolus, 1♀ L. virgaureae, 1♀ P. icarus, T. sylvestris en Callimorpha dominula (Linnaeus, 1758) (Plaat 3.4).

De linker zijde van de terugweg bestond uit ééntonig sparrenbos, terwijl het rechter gedeelte van het dal begroeid was met gemengd loofbos en sparrenbos. Hierdoor vlogen dan ook minder vlinder soorten en aantallen. Toch werden er nog volgende soorten gezien: G. rhamni, A. io, A. paphia, P. c-album, S. aglaja, V. atalanta, A. hyperantus, Coenonympha arcania (Linnaeus, [1760]) en P. aegeria.

Zaterdag 27 juli
De voormiddag was deze maal een rustperiode. De namiddag werd er gekozen voor een bos met een weide, in de buurt van onze verblijfplaats te Leiwen. Het eerste gedeelte was een bosdreef met weinig nectarplanten waardoor er ook weinig vlinders te zien waren. Enkel A. io, A. paphia en P. c-album waren aanwezig.

Langs de bosrand nabij een hooiweide waren de soorten en aantallen groter (Fig. 21). Men kon volgende soorten observeren: G. rhamni, P. napi, A. io, A. levana, P. c-album (Plaat 3.5), V. atalanta, M. jurtina, P. tithonus, Lycaena phlaeas (Linnaeus, [1760]), 1♂ P. icarus en T. sylvestris.
Een leuke afsluiter van deze dag was nog de waarneming van een reetje.


Fig. 21. Bos berm, Leiwen (D), 26.vii.2020, (Foto J. Vervaeke).

Zondag 28 juli
Onze laatste dag, was er één die in het water viel. De regen stak een stok tussen onze wielen, het was ter plaatse te blijven i.p.v. nog een vlinder uitstapje te doen. In de namiddag hebben wij dan maar alles klaar gezet voor het vertrek, de volgende dag.

Maandag 29 juli
Vandaag onze terugreis, de regen was intussen weggetrokken, eigenlijk terug een dagje om te vlinderen. Dit betekent dat wij toch nog eerst naar Rocherath (België) in de Oostkantons zouden rijden, vooraleer huiswaarts terug te keren.

 


Fig. 22. P. machaon, bos berm teRocherath (B), 29.vii.2020, (Foto J. Vervaeke).

Terug een bosgebied met brede en bloemrijke bermen. De meeste bloemen stonden nog mooi in bloei.
Vlindersoorten die we te zien kregen, waren: Papilio machaon Linnaeus, 1758(Fig. 22), een afgevlogen ♂ Aporia crataegi (Linnaeus, 1758) (Plaat 3.6),
G. rhamni
, P. brassicae, A. io, A. urticae, A. paphia, B. daphne, S. aglaja, V. atalanta, A. hyperantus, M. jurtina, C. argiolus en T. sylvestris.

Rond 15u zijn wij dan maar naar onze oude omgeving vertrokken.

 

Besluit
Door het hooien van de graslanden gebeurden de meeste inventarisaties op plaatsen waar er nog voldoende nectarplanten overgebleven waren. In totaal werden er 39 soorten dagvlinders geobserveerd.
L. virgaureae, het Morgenrood, werd slechts sporadisch waargenomen. 4 exemplaren werden geteld op 3 verschillende plaatsen.

Supplementair materiaal
Lijst met alle waarnemingen (S1)
Plaat 1.
Plaat 2.
Plaat 3.

Dankwoord

In de eerste plaats wens ik mijn dank te betuigen aan mijn echtgenote Jeannine Delaey en zoon Stijn Vervaeke voor de hulp bij het observeren van de dagvlinders in het veld.
Dank ook aan Sylvain Cuvelier voor het nalezen en de tips bij het opstellen van het artikel en de Werkgroep Dagvlinders van de Vlaamse Vereniging voor Entomologie die bereid is het artikel op hun website te willen publiceren.

Internet

Hunsrück

https://www.nationalpark-hunsrueck-hochwald.de/

https://naturgucker.de/natur_.dll/0uW6F6oN-7VPX9PeUkeE88-z3B0/

http://rlp.schmetterlinge-bw.de/

https://delattinia.de/Verbreitungskarten/Schmetterlinge

Artikels

http://www.phegea.org/Dagvlinders/Documenten/WG%20Dagvlinders%20Reisverslag%202014-01%20Vervaeke%20Jacques_Eifel%202013.pdf (geconsulteerd op 25.ix.2020)

http://www.phegea.org/Dagvlinders/Documenten/WG%20Dagvlinders%20Reisverslag%202014-05%20Vervaeke%20Jacques%20Zwarte%20Woud%202014.pdf (geconsulteerd op 25.ix.2020)

http://www.phegea.org/Dagvlinders/Documenten/VVE_WG_DV_reisverslag_2015-05_Jacques_Vervaeke_Hunsruck.pdf (geconsulteerd op 25.ix.2020)

 

Publicaties

Vervaeke J. 2000. Papillons le long de la Moselle Allemande/Vlinders langs de Moezel in Duitsland. — Bulletin du Cercle des Lépidoptéristes de Belgique/Bulletin van de Belgische Lepidopterologische Kring XXXIX(2): 57-58.

Vervaeke J.2004.Papillons en Forêt Noire (Allemagne 2002)/Vlinders 2002 in de Zwarte Woud (Duitsland).— Bulletin du Cercle des Lépidoptéristes de Belgique/Bulletin van de Belgische Lepidopterologische Kring XXXIII(1): 18-19.

Vervaeke J. 2005. Papillons en 2004 Mosel, Saar, Hunsrück (Allemagne)/Vlinders in 2004 Moezel Saar Hunsrück. — Bulletin du Cercle des Lépidoptéristes de Belgique/Bulletin van de Belgische Lepidopterologische Kring XXXIV(3-4): 54-56.

Vervaeke J. 2005.Papillons en 2003: la Forêt Noire (Allemagne)/Vlinders in 2003: het Zwarte Woud (Duitsland).— Bulletin du Cercle des Lépidoptéristes de Belgique/Bulletin van de Belgische Lepidopterologische Kring XXXIV(3-4): 50-54.

Vervaeke J. 2008. Papillons en Moselle (Allemagne) 2008/Vlinders aan de Moezel (Duitsland) 2008.— Bulletin du Cercle des Lépidoptéristes de Belgique/Bulletin van de Belgische Lepidopterologische Kring XXXV(4): 74-76.

Vervaeke J. 2010. Korte vlinderreis naar het Saarland (Duitsland). — Bulletin du Cercle des Lépidoptéristes de Belgique/Bulletin van de Belgische Lepidopterologische Kring XXXIX(4): 86-89.

Geconsulteerde literatuur

Bink F. 2015. Butterflies in the Benelux. http://www.phegea.org/Dagvlinders/Bink_Synopsis.htm (geconsulteerd 2016-10-23).

Cuvelier S., Degrande J., Merveillie L., Spruytte S. & Vervaeke J. 2007. Dagvlinders in West-Vlaanderen. Verspreiding en Ecologie 2000-2006. — ZWVVK, België, 144 p.

Fichefet V., Barbier Y., Baugnée J.-Y., Dufrêne M., Goffart P., Maes D. & Hans Van Dyck. 2008. Papillons de jour de Wallonie (1985-2007). — Département de l’Etude du Milieu Naturel et Agricole, Gembloux,
320 p.

Higgins L.G. & Riley N.D. 1980. Elseviers Vlindergids. — Elsevier, Amsterdam/Brussel, 434 p. 

Lafranchis T. 2000. Les papillons de jour. — Collection Parthénope, éditions Biotope. Mèze, France, 450 p.
Lafranchis T. 2004. Butterflies of Europe. — Diatheo, Paris, 351 p.

Lafranchis T., Jutzeler D., Guillosson J-Y., Kan P. & Kan B. 2015. La Vie des Papillons, Ecologie, Biologie et Comportement des Rhopalocères de France. — Diatheo, France, 752 p.

Rainer U. 2015. Schmetterlinge, entdecken und verstehen. – Kosmos, Stuttgart, 176 p.

Tolman T. & Lewington R. 2010. De Nieuwe vlindergids. — Tirion Natuur, Baarn, 384 p.

Wiemers M., Balletto E., Dincă V., Fric Z.F., Lamas G., Lukhtanov V., Munguira M.L., van Swaay C.A.M., Vila R., Vliegenthart A., Wahlberg N., Verovnik R. 2018. An updated checklist of the European Butterflies (Lepidoptera, Papilionoidea). ZooKeys 811: 9-45.

Contact Werkgroep Dagvlinders: Jurgen Couckuyt