Phegea 17 – 1989

Phegea 18 – 1990

Phegea 19 – 1991

Phegea 18 – nummer 1 (1 maart 1990)

Faquaet M. & Verstraeten A.: Natuurreservaat "Molsbroek" te Lokeren (prov. Oost-Vlaanderen: nieuwe vindplaats in België van Perizoma sagittata (Fabricius, 1787) (Lepidoptera: Geometridae).
Phegea 18(1): 1–6.
De eerste auteur ontdekte enkele exemplaren van Perizoma sagittata (Fabricius, 1787) in het natuurreservaat "Molsbroek" te Lokeren. De verspreiding in België van deze zeer lokale en zeldzame soort wordt besproken.
(Nederlands) –

Korte mededelingen – Communications
Phegea 18(1): 6.
Troukens W.: Een vreemde paring: Chrysomela violacea Müller ♂ x Timarcha tenebricosa Fabricius ♀ (Coleoptera: Chrysomelidae).
Troukens W.: Over het massaal uitsluipen van Polyfulla fullo Linnaeus aan de Middenkust in 1987 (Coleoptera: Scarabaeidae).
(Nederlands) –

Troukens W.: Catocala sponsa (Linnaeus, 1767) in de Benelux (Lepidoptera: Noctuidae).
Phegea 18(1): 7–16.
Catocala sponsa leeft in xerotherme loofwouden. Meer dan 300 faunistische gegevens werden verzameld, waaruit blijkt dat de soort voorkomt in de Hoge Veluwe (Nederland), de Famenne en Gaume (België). Elders in de streek komt de soort slechts sporadisch voor. Deze exemplaren vinden waarschijnlijk hun origine in het Forêt La Woëvre (departement Meuse, Frankrijk). C. sponsa is erg gewoon in deze bossen, net als C. fulminea Scopoli, C. nupta Linnaeus, C. promissa Esper en C. fraxini Linnaeus.
(Nederlands) –

De Prins G.: Op zoek naar Ptilophora plumigera ([Denis & Schiffermüller], 1775) (Lepidoptera: Notodontidae).
Phegea 18(1): 17–18.
Op 3 en 11 november 1988 bezocht de auteur de streek van Ethe (prov. Luxembourg) op zoek naar Ptilophora plumigera. De klimatologische omstandigheden tijdens het eerste bezoek waren slecht. Ondanks een negatieve temperatuur van -3°C werden enkele soorten op licht en smeer aangetroffen, maar geen P. plumigera. Tijdens het tweede bezoek steeg de temperatuur tot 9°C en meer dan 100 exemplaren P. plumigera werden waargenomen. Jammer genoeg mislukte een poging om deze soort te kweken; de ca. 30 eitjes, afgelegd door één wijfje, kwamen nooit uit.
(Nederlands) –

Korte mededeling – Communication
Phegea 18(1): 18.
Olivier A.: Vanessa atalanta (Linnaeus, 1758) in Antwerpen op 5.ii.1990 (Lepidoptera: Nymphalidae).
(Nederlands) –

Vervaeke J.: De dagvlinders in het Gullegemse (West-Vlaanderen) 1984–1987 (Lepidoptera: Hesperioidea & Papilionoidea).
Phegea 18(1): 19–21.
De auteur stelt een lijst voor van de dagvlindersoorten die hij in de periode 1984–1987 in de streek van Gullegem (West-Vlaanderen) observeerde.
(Nederlands) –

Gaskin D. E.: Butterflies in Albania, September, 1988 (Lepidoptera: Hesperioidea & Papilionoidea).
Phegea 18(1): 23–26.
During the first week of September 1988, the auther observed butterflies in several localities in Albania. After a short description of the localities visited, he presents a list of the 27 observed species.
(English) –

van der Poorten D.: Thymelicus hyrax (Lederer, 1861), a new species for the Greek mainland (Lepidoptera: Hesperiidae).
Phegea 18(1): 27–29.
After a short introduction about the known distribution of Thymelicus hyrax (Lederer, 1861) the species is mentioned from the Greek mainland, the region near Mt. Parnassós (Central Greece). The phenotype of this population lies within the known variability of the nominal subspecies.
(English) –

Olivier A.: Butterfly records from the Greek island of Pátmos (Lepidoptera: Papilionoidea).
Phegea 18(1): 31–32.
The auther reports the occurrence of 7 butterfly species on the Greek island of Pátmos.
(English) –

Olivier A. & Coutsis J. G.: Butterfly records from the Greek island of Foúrni, with the description and illustration of a gynandromorph of Maniola telmessia (Zeller, 1847) (Lepidoptera: Nymphalidae Satyrinae).
Phegea 18(1): 33–36.
The authors mention 9 species of butterflies from the Greek island of Foúrni. A gynandromorph of Maniola telmessia (Zeller, 1847) is described and illustrated (external morphology and genitalia).
(English) –

Korte mededeling – Communication
Phegea 18(1): 36.
Troukens W.: Zwerver en dwaalgast: Papilio machaon Linnaeus (Lepidoptera: Papilionidae).
(Nederlands) –

Janssens K.: Bijdrage tot de kennis van de verspreiding in de provincie Antwerpen van de soorten uit de familie Sphecidae (Hymenoptera).
Phegea 18(1): 37–41.
De auteur bestudeerde gedurende ongeveer 25 jaar het voorkomen van de Sphecidae in de provincie Antwerpen. De faunistische en biologische gegevens verkregen tijdens deze studie worden samengevat in dit artikel.
(Nederlands) –

Korte mededeling – Communication
Phegea 18(1): 42.
Troukens W.: Voedselplanten voor Daphnis nerii Linnaeus (Lepidoptera: Sphingidae).
(Nederlands) –

Van de Weyer G.: Chrysopilus luteolus Fallén, 1814: tweede waarneming voor België (Diptera: Rhagionidae).
Phegea 18(1): 43.
Achttien exemplaren van Chrysopilus luteolus werden te Averbode (prov. Brabant) verzameld op 25.vii.1989 en 3.viii.1989. De eerste en tot nog toe enige waarneming van deze soort in België en Nederland was te Mol (prov. Antwerpen) op 1–9.vii.1986, een vrouwtje.
(Nederlands) –

 

Phegea 18 – nummer 2 (1 juni 1990)

Vermandel E.: Trekvlinders in 1989, zesde jaarverslag (Lepidoptera).
Phegea 18(2): 45–56.
Rapport over de trekvlinders in België in 1989. Een samenvatting in het Engels en Frans bevindt zich achteraan.
(Nederlands) –

De Prins G.: Hadena perplexa ([Denis & Schiffermüller], 1775) en Lamprotes c-aureum (Knoch, 1781): nieuw voor de provincie Antwerpen (Lepidoptera: Noctuidae).
Phegea 18(2): 57–58.
Twee zeldzame Noctuidae worden hier voor het eerst uit de provincie Antwerpen gemeld. Eén exemplaar van Hadena perplexa ([Denis & Schiffermüller], 1775) werd op licht gevangen te Hoboken op 21.v.1989, en één exemplaar van Lamprotes c-aureum (Knoch, 1781) werd op licht verzameld te Hoboken op 21.vii.1989. De verspreiding van beide soorten in België en Nederland, hun voedselplant en habitat worden besproken.
(Nederlands) –

Wagener S.: Colias caucasica balcanica Rebel, 1901 (comb. nov., stat. nov.) (Lepidoptera: Pieridae).
Phegea 18(2): 59–63.
Charmeux and Pagès discovered Colias caucasica Staudinger, 1871 in Northeastern Turkey in July 1987. Comparison of the collected material with Colias balcanica Rebel, 1901 has led to the conclusion that balcanica is neither a separate species, nor a subspecies of Colias myrmidone (Esper, [1781]), but a subspecies of Colias caucasica Staudinger, 1871.
(Deutsch) –

Korte mededelingen – Communications
Phegea 18(1): 64.
Van de Weyer G.: Myopa vicaria Walker: een nieuwe soort voor België (Diptera: Conopidae).
Beuk P. L. Th.: Chrysopilus luteolus (Fallén, 1814), wél in Nederland (Diptera: Rhagionidae).
(Nederlands) –

Abadjiev S. & Ganev J.: Anthocharis gruneri macedonica (Buresch, 1921) syn. nov. of Anthocharis gruneri gruneri (Herrich-Schäffer, 1851) (Lepidoptera: Pieridae).
Phegea 18(2): 65–66.
After study of material from various localities in Bulgaria, Greece and Yugoslavia, it was shown that it is impossible to distinguish specimens of Anthocharis gruneri originating from Greece and those from Macedonia. Hence, Anthocharis gruneri macedonica (Buresch, 1921) is sunk into synonymy of Anthocharis gruneri gruneri (Herrich-Schäffer, 1851).
(English) –

Reichwein J. F.: De dagvlinderfauna van Harchies (Zuidwest-Henegouwen) (Lepidoptera: Hesperioidea & Papilionoidea).
Phegea 18(2): 67–68.
Van 16 juli tot 4 augustus 1988 werden dagvlinders geobserveerd in de streek van Harchies (Zuidwest-Henegouwen). De auteur stelt de lijst voor van de 26 waargenomen soorten en bespreekt de voorkeur van vele soorten voor de warmere biotopen van de terrils.
(Nederlands) –

De Prins W.: Acleris lorquiniana (Duponchel, 1835), een nieuwe soort voor de Belgische fauna (Lepidoptera: Tortricidae).
Phegea 18(2): 69–70.
Een mannetje van Acleris lorquiniana (Duponchel, 1835) werd verzameld te Laplaigne (prov. Hainaut, UTM ER39). Deze soort komt bij voorkeur voor in vochtige biotopen van West-Europa doorheen Centraal-Europa tot in Oekraïne. De rups leeft op Lythrum salicaria L.
(Nederlands) –

Decleer K.: Faunistisch-ecologische studie van de ongewervelde fauna in het natuurreservaat "De Gulke Putten" (West-Vlaanderen, Wingene). I. Zweefvliegen (Diptera: Syrphidae) en een bespreking van de malaiseval als bemonsteringstechniek.
Phegea 18(2): 71–88.
Gedurende de periode 1985–1988 werden 79 soorten zweefvliegen waargenomen in hat natuurreservaat "De Gulke Putten" te Wingene door verzamelen met een net en in 4 malaisevallen. Dit betekent 50% van de soorten waargenomen in Vlaanderen. Plaatsen met het meeste aantal soorten zijn een oud Alnus-Betula bos met o.a. Brachyopa scutellaris, Cheilosia praecox, Criorhina asilica, Ferdinandea cuprea, Heringia heringi, Melangyna lasiophthalma, M. umbellatorum, Metasyrphus latilunulatus, Xylota lenta en Xanthandrus comtus en een klein, vochtig heidegebiedje met o.a. Orthonevra geniculata, Anasimyia interpuncta; Cheilosia fraterna, C. praecox, Neoascia aenea, Sericomyia silentis, Metasyrphus latilunulatus en Didea intermedia. Als men de handvangsten vergelijkt met de resultuaten uit de malaisevallen blijken deze laatste veel efficiënter zijn om een gebied te bemonsteren. Tot slot worden enkele beheersmaatregelen opgesomd voor dit natuurreservaat.
(Nederlands) –

Coenen F.: Révision du statut taxonomique de quelques populations de Pieris napi (Linnaeus, 1758) du sud-est de l'Europe et du Proche-Orient (Lepidoptera: Pieridae).
Phegea 18(2): 89–124.
Le statut taxonomique du groupe Pieris napi (Linnaeus, 1758) en Europe du sud-est et au Proche-Orient étant particulièrement complexe (Pieris (napi) bryoniae (Hübner, [1805]) n'entre pas en ligne de compte dans le cadre de la présente note) l'auteur revoit la validité de certains taxa et apporte des éléments appuyant la mise en synonymize de la plupart d'entre eux.
(Français) –

 

Phegea 18 – nummer 3 (1 september 1990)

De Prins G.: Over de verspreiding van Archanara neurica (Hübner, [1808]) in België (Lepidoptera: Noctuidae).
Phegea 18(3): 125–127.
De morfologische verschillen tussen Archanara neurica en A. dissoluta worden besproken evenals de verspreiding van beide soorten in België en Nederland.
(Nederlands) –

Karisch T.: Sphingidae-Funde in Süd-Bulgarien (Lepidoptera).
Phegea 18(3): 129–132.
The results of some entomological collecting trips of German entomologists are listed with short commentaries in the present paper. Especially interesting are new records for Agrius convolvuli, Hyloicus pinastri and Dolbina elegans steffensi.
(Deutsch) –

Dall'Asta R.: Bijdrage tot de kennis van de fauna van het "Drongengoed" te Ursel (Oost-Vlaanderen). De Arthropoda in de boomstompen.
Phegea 18(3): 133–136.
In de huidige studie wordt een voorlopige lijst opgesteld van de geleedpotigen die in vermolmde boomstronken, bedekt door mossen, aangetroffen werden in het "Drongengoed" te Ursel en lands de wegranden van dit gebied. In het totaal werden 43 dergelijk boomstronken onderzocht en daarin werden ca. 100 verschillende soorten geleedpotigen aangetroffen.
(Nederlands) –

Beuk P. L. Th.: Honeydew as a food source for insects and in particular for soldierflies (Diptera: Stratiomyidae).
Phegea 18(3): 137–140.
Little is known about the feeding habits of soldierflies. Virtually all records appear to be restricted to feeding on flowers. The authos observed several species of soldierflies feeding on honeydew. Since no records of honeydew as a food source for soldierflies could be found a publication seemed appropriate.
(English) –

Reichwein J. F.: De zweefliegenfauna van Harchies (Zuidwest-Henegouwen) (Diptera: Syrphidae).
Phegea 18(3): 141–142.
Van 16 juli tot 4 augustus 1988 werden 63 soorten zweefvliegen waargenomen in de streek van Harchies (Zuidwest-Henegouwen), waarvan 25 nooit eerder uit deze streek werden vermeld.
(Nederlands) –

Devolder J.: Libellenwaarnemingen in Joegoslavië en Griekenland, juli-augustus 1989 (Odonata).
Phegea 18(3): 143–148.
Het is bekend dat de oostelijke streken van Europa en vooral de Balkan onderbestudeerd is voor wat betreft libellen. Gedurende een excursie naar Joegoslavië en Griekenland werden 38 soorten libellen waargenomen, waaronder één soort nieuw voor het Griekse vasteland: Ceragrion tenellum. Vier nieuwe vindplaatsen werden genoteerd voor Hemianax ephippiger, en één vindplaats werd bevestigd als belangrijke voortplantingsplaats voor deze migrerende soort.
(Nederlands) –

 

Phegea 18 – nummer 4 (1 december 1990)

Thomson G.: Maniola halicarnassus – a new Satyrid from south-western Turkey (Lepidoptera: Nymphalidae: Satyrinae).
Phegea 18(4): 149–155.
A new species belonging to the genus Maniola Schrank from south-western Turkey is described. The butterfly flies sympatrically with M. telmessia. Males can be identified by some external characters. The females of the new species are difficult to separate from telmessia. The ova have a distinct number of longitudinal ribs and the larvae have a variable number of instars. One population includes hybrids between the new species and telmessia.
(English) –

Korte mededeling – Communication
Phegea 18(4): 156.
Verschuren D.: Over de voorkeur van het appelmugvlindertje, Aegeria myopaeformis Borkhausen, voor zieke fruitbomen ( Lepidoptera: Sesiidae).
(Nederlands) –

Riemis A.: Coenotephria berberata ([Denis & Schiffermüller], 1775): nieuw voor de Kempen (Lepidoptera: Geometridae).
Phegea 18(4): 157–158.
Op 16 mei 1990 werd een exemplaar van Coenotephria berberata op licht gevangen te Arendonk (provincie Antwerpen). De auteur bespreekt de verspreiding van deze soort in België en het zuidelijk deel van Nederland. De rups leeft op Berberis vulgaris.
(Nederlands) –

De Prins G.: Merkwaardige vlinderwaarnemingen in 1989 (Lepidoptera).
Phegea 18(4): 159–166.
Faunistische gegevens (vindplaatsen en data) van een hele reeks interessante Lepidoptera worden meegedeeld.
(Nederlands) –

Janssen A.: Katalogus van de Antwerpse Lepidoptera. Deel 1: Macrolepidoptera. Supplement 2.
Phegea 18(4): 167–168.
De auteur meldt 7 soorten Noctuidae die voor het eerst uit de provincie Antwerpen werden waargenomen.
(Nederlands) –

Olivier A.: Critical notes on the butterflies of the Greek island of Kastellórizo (Lepidoptera: Hesperioidea & Papilionoidea).
Phegea 18(4): 169–190.
The position of the Greek island of Kastellórizo is shown and the past butterfly studies of this island are indicated. The author visited the island on 17–18 April 1990. Four species of butterflies can be added to the fauna of this island, which amounts now to 22 species. Two species, formerly mentioned by Koutsaftikis (1977) and Kattulas & Koutsaftikis (1977) are not considered as belonging to the fauna of the island. The synonymies of Gonepteryx rhamni matsikai and Euchloe ausonia kastellorisii proposed by Reissinger (1990) are confirmed. Four other taxa are synonymized in this paper, viz. Allancastria cerisyi koroneii, Anthocharis cardamines ondrii, Epinephele telmessia pelekasii and Ypthima asterope marlenii.
(English) –