Phegea 48 nummer 1 (1 maart 2020) (Nieuwsbrief/Newsletter)
De Prins W.: Gynaephora selenitica (Lepidoptera: Erebidae: Lymantriinae), another enigmatic species of the Belgian fauna.
Phegea 48(1): 2–4.
One male specimen of Gynaephora selenitica (Esper, 1789) was retrieved in the collection of the Royal Belgian Institute of Natural Sciences. It was caught at Stoumont (LG) on 16.viii.1932 by J. Depré. This specimen probably belonged to a relict population of this species which got extinct in the mid of the 20th century.
(English) –
Çalışkan S. & Bozacı V.: Diversity of vernal butterflies of the East Mediterranean region of Turkey.
Phegea 48(1): 5–10.
In this study, spring butterflies of the East Mediterranean Region were searched and 104 taxa belonging to 5 families were determined. Butterfly specimens were caught with a butterfly net at 67 locations during the field work. The family distribution of species was Hesperiidae: 17, Lycaenidae: 39, Nymphalidae: 25, Papilionidae: 5 and Pieridae: 18. Evaluation of the vertical distribution of all species revealed that the highest and the lowest number of species were found at respectively 1250–1500 m (58 species) and 1750 m (10 species).
(English) –
De Ridder L.: Macaria artesiaria terug waargenomen in België (Lepidoptera, Geometridae).
Phegea 48(1): 11–13.
Op 18 juli 2018 werd in Grobbendonk (provincie Antwerpen) op licht opnieuw een exemplaar gevangen van Macaria artesiaria (Denis & Schiffermüller, 1775). De vorige en tot dan toe enige waarneming van deze soort in België dateerde reeds uit 1951. Ter verificatie werd eveneens een genitaalpreparaat gemaakt.
(Nederlands) –
Berry M. & Alexiou S.: Confirmation of the presence of Zizeeria karsandra (Lepidoptera, Lycaenidae) on Rhodos Island, Greece.
Phegea 48(1): 14–15.
The rediscovery of the butterfly Zizeeria karsandra (Moore, 1865) on the island of Rhodos, Greece, 50 years after its first observation, is presented.
(English) –
Anastassíu H. T. & Coutsis J. G.: A thriving colony of Melitaea aurelia recorded in the Greek part of the Rodhópi Mts., and an important note on female identification based on genitalic features(Lepidoptera: Nymphalidae, Melitaeinae).
Phegea 48(1): 16–19.
A well-established colony of Melitaea aurelia is recorded here for the first time by the first author from the Greek part of the Rodhópi Mts. Identifications were carried out by the second author, those of males based on hitherto well-known genitalic characters and those of females by a set of new characters in combination with previous genitalic finds carried out by Urbahn (1952).
(English) –
Başbay O., Salimeh M. & John E.: Preliminary note on the range expansion of Papilio demoleus (Lepidoptera: Papilionidae) in south-eastern Turkey, and on the first documented arrival of this invasive species at the Mediterranean coast of Syria.
Phegea 48(1): 20–21.
The aim of this short note is to summarise recent reports of the extensive spread of Papilio demoleus in south-eastern Turkey and in regions adjacent to the north-eastern Mediterranean. P. demoleus, a papilionid of Oriental origin, is recognized in some Citrus-growing areas of the world as an invasive pest species and hence its arrival is of potential economic importance.
(English) –
Melkert F.: Ontmoeting met de walstropijlstaart (Hyles gallii Rottemburg, 1775) in 2018.
Phegea 48(1): 22–23.
(Nederlands) –
Troukens W.: Podagrica fuscipes (Fabricius, 1775) in België (Coleoptera: Chrysomelidae).
Phegea 48(1): 24.
(Nederlands) –
Phegea 48 nummer 2 (1 juni 2020) (Nieuwsbrief/Newsletter)
Steeman C. & Sierens T.: Interessante waarnemingen van Lepidoptera in België in 2019 (Lepidoptera).
Phegea 48(2): 26–40.
Nieuwe provinciegegevens en andere interessante waarnemingen van Lepidoptera in 2019 worden gemeld. Ook oudere gegevens worden eveneens vermeld. De hele lijst is alfabetisch gerangschikt. Systematiek en nomenclatuur volgens de Catalogus van de Belgische Lepidoptera (De Prins & Steeman 2020). Verschillende nieuwe soorten voor de Belgische fauna worden vermeld: Ancylolomia tentaculella, Carpatolechia aenigma, Elachista metella, Ochropleura leucogaster.
(Nederlands) –
Mølgaard M. S.: New distributional data of Polyommatus timfristos (Lepidoptera: Lycaenidae) in Greece.
Phegea 48(2): 41–43.
In July 2019 the author visited south-central Greece, in order to study the recently described species Polyommatus timfristos Lukhtanov, Vishnevskaya & Shapoval, 2016. Until now the species was only known from two localities in Greece, but during the field work a new population was discovered.
(English) –
Troukens W., Crevecoeur L. & Drumont A.: Isorhipis melasoides (Coleoptera: Eucnemidae) in de Botanische Tuin Jean Massart (Brussels Hoofdstedelijk Gewest).
Phegea 48(2): 44–46.
In de Botanische Tuin Jean Massart te Oudergem (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) werd op 13.v.2019 een wijfje aangetroffen van Isorhipis melasoides (Laporte de Castelnau, 1835). Deze schijnkniptor is pas in België bekend geraakt in 2010 en tot nu toe zijn slechts 3 vindplaatsen bekend. I. melasoides leeft vooral in oude Europese beukenbossen maar is nergens gewoon. Blijkbaar zit deze soort tegenwoordig in een expansieve fase.
(Nederlands) –
Phegea 48 nummer 3 (1
september 2020) (Nieuwsbrief/Newsletter)
Goossens R.: Research on the distribution of Sesia bembeciformis (Lepidoptera: Sesiidae) in Belgium, the Netherlands and northern France.
Phegea 48(3): 50–57.
Between 2014 and 2019 the author investigated the distribution of the clearwing moth Sesia bembeciformis (Hübner, 1806) in Belgium, The Netherlands and northern France. For that purpose, traces of the larvae were sought, especially in Salix caprea (Linnaeus, 1753). In this paper, these traces are described and compared to traces of other insects in the same plant species, in particular the moths Sesia apiformis (Clerck, 1759) and Cossus cossus (Linnaeus, 1758) and the longhorn beetle Aromia moschata (Linnaeus, 1758).
(English) –
Dils J.: A new species of Stomylomyia from Turkey (Diptera: Bombyliidae).
Phegea 48(3): 58–61.
In the present paper a new species of Stomylomyia Bigot, 1887 is presented.
(English) –
De Groote D.: Lichte boegsprietmot Monochroa arundinetella (Lepidoptera: Gelechiidae) nieuw voor de Belgische fauna.
Phegea 48(3): 62–64.
Op 1 juli 2019 werd een Lichte boegsprietmot - Monochroa arundinetella (Boyd, 1857) gefotografeerd en gevangen in de Heurnemeersen in Oudenaarde (Oost-Vlaanderen), leg. D. De Groote, coll. Vlaamse Vereniging voor Entomologie. Dit betreft de eerste waarneming van deze soort in België. Een korte beschrijving van de levenswijze en de verspreiding in Europa worden weergegeven.
(Nederlands) –
Đurić M. & Tot I.: Jelašnica gorge – still a hot-spot of butterfly diversity.
Phegea 48(3): 65–70.
Some ten years back we pointed out a wealth of butterfly diversity in a very small gorge situated near the city of Niš, in southern Serbia. The paper also emphasized that growth of Ailanthus trees in the area was a serious threat, because some specific plants grow on exposed rocks in the gorge which are larval foodplants or nectar sources for various butterflies. It was said that if nothing was done to prevent spreading of woodland, sooner or later the open spaces available for those plants would be overshadowed, to the detriment of the butterflies. However, at present, butterfly diversity in the gorge remains impressive.
(English) –
Troukens W.: Hoe zeldzaam is Berginus tamarisci (Coleoptera: Mycetophagidae)?
Phegea 48(3): 71–73.
B. tamarisci Wollaston, 1854 is oorspronkelijk een kevertje uit het Middellandse Zeegebied, Noord-Afrika en het Nabije Oosten. Omstreeks de eeuwwisseling verscheen hij ook in Centraal Europa en in de Benelux. De imago’s vindt men op bomen, struiken, bloemen en ’s winters o. a. in sparkegels. In de Benelux is B. tamarisci nu bekend van 20 lokaliteiten.
(Nederlands) –
Troukens W.: Rendez-vous met de windepijlstaart, Agrius convolvuli (Lepidoptera: Sphingidae).
Phegea 48(3): 74–76.
Tijdens de eerste 10 jaar van het Belgisch Trekvlinderonderzoek (BTO) (1983–1993) werd scherp uitgekeken naar één van onze spectaculairste trekvlinders: de windepijlstaart, Agrius convolvuli (Linnaeus, 1758). De auteur maakte in die periode deel uit van het BTO-sectiebestuur en werkte mee aan een aantal publicaties over trekvlinders. Hij verzamelde hiervoor een groot aantal feiten en anekdotes, aangevuld met eigen waarnemingen in zijn bloemrijke tuin en in de vrije natuur. De samengesprokkelde kennis over de windepijlstaart resulteerde in het onderstaand artikel.
(Nederlands) –
Troukens W., Ignace D., Limbourg P., Dahan L., Raemdonck H. & Drumont A.: Rhizophagus fenestralis (Linnaeus, 1758) (Coleoptera: Monotomidae) in de Benelux.
Phegea 48(3): 77–79.
In de Botanische Tuin Jean Massart te Oudergem werd tussen 18.vi en 1.vii.2019 een exemplaar aangetroffen van Rhizophagus fenestralis (Linnaeus, 1758) (Coleoptera: Monotomidae). Dit kevertje is nieuw voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Na de eerste Belgische vangst in 1955 te Dinant, en tussen 1964 en 1993 met nog 6 andere vangsten rondom Liège, werd R. fenestralis in de Benelux pas algemener vanaf 2000. Hij is tegenwoordig bekend van 5 Belgische en 3 Nederlandse provincies. De soort leeft in loofbossen onder schors van dode bomen die aangetast zijn door schorskevers (Scolytinae). In Europa komt hij verspreid voor van Portugal tot Rusland maar hij blijft overal zeldzaam.
(Nederlands) –
Kacha S., De Prins W., De Prins J., Ramdani M., Adamou-Djerbaoui M., Marniche F. & Moulaï R.: Premières données sur les Noctuoidea (Lepidoptera) du Parc National de Theniet El Had (Algérie) et cas particulier du genre Catocala.
Phegea 48(3): 80–89.
L'inventaire des Lépidoptères Noctuoidea, réalisé au niveau du Parc National de Theniet El Had (PNTEH) montre l'existence de 23 taxons et de trois familles : Notodontidae, Erebidae et Noctuidae. L’identification est obtenue à partir des échantillons réalisés dans 6 types d’habitats. Cette liste faunistique enrichit davantage la connaissance sur la faune entomologique des Hétérocères en Algérie. Un total de 595 individus a été dénombré. Les Erebidae se montrent nettement diversifiés, avec 13 espèces et 475 spécimens. Les Noctuidae comptent 8 espèces et 48 individus. Les Notodontidae sont représentées par 2 espèces et 72 individus. Soit un total de 18 espèces nouvellement signalées pour la région étudiée. Le genre Catocala (Erebidae), est représenté par 422 individus (70.92%). La cédraie se montre la plus diversifiée parmi les 6 habitats examinés, avec 24% des espèces dénombrées, et avec une abondance relative de 32%.
(Français) –
Meert R.: Cryptoblabes gnidiella (Lepidoptera: Pyralidae) voor het eerst in België vastgesteld.
Phegea 48(3): 90–93.
In de herfst van 2018 en 2019 werden in enkele Belgische supermarkten diverse rupsen van Cryptoblabes gnidiella (Millière, 1867) aangetroffen in de kelkholte van ingevoerde vruchten van granaatappel (Punica granatum). Omdat er nog geen aanwijzingen zijn van voortplanting onder natuurlijke omstandigheden wordt de soort als adventief beschouwd in België. Het vraatbeeld op granaatappel wordt beschreven en fotografisch geïllustreerd. Verder wordt algemene info omtrent de soort gegeven. Tot slot worden lepidopterologen aangemoedigd om granaatappels te controleren in hun supermarkt.
(Nederlands) –
Phegea 48 nummer 4 (1 december 2020) (Nieuwsbrief/Newsletter)
Garrevoet T.: Synanthedon loranthi (Lepidoptera: Sesiidae), een nieuwe wespvlindersoort voor België.
Phegea 48(4): 98–102.
In maart 2019 werd in het zuiden van de provincie Luxembourg een aantal gezwellen, veroorzaakt door maretak (Viscum album), ingezameld om een eventuele aanwezigheid van Synanthedon loranthi (Králícek, 1966) aan te tonen. Zowel gezwellen op appel (Malus domestica) als op meidoorn (Crataegus monogyna) werden meegenomen. Na enkele dagen was op enkele gezwellen daadwerkelijk frass zichtbaar en eind maart kwam een exemplaar uit van S. loranthi waardoor deze soort kan worden toegevoegd aan de lijst van wespvlinders van de Belgische fauna. Vervolgonderzoek leidde tot nog een paar extra exemplaren van verschillende locaties. De levenswijze van de soort wordt hier besproken alsook de momenteel gekende verspreiding in België en een waargenomen parasiet. Het feit dat de auteur rond de eeuwwisseling veelvuldig, maar vruchteloos, op geschikte terreinen in dezelfde streek gezocht heeft naar deze wespvlinder duidt er wellicht op dat we hier met een soort te maken hebben die in een recent verleden zijn areaal heeft uitgebreid.
(Nederlands)–
Verheyde F. & Meert R.: Review of the genus Phylloecus (Hymenoptera: Cephidae) in Belgium and Western Europe.
Phegea 48(4): 103–112.
Based on existing literature, data from citizen science portals and new findings in the field, the genus Phylloecus Newman, 1838 (= Hartigia Schiødte, 1839) is reviewed. Apart from details of the local distribution in Belgium, aspects that are more specific are investigated more extensively. The reproduction mechanisms of P. faunus are discussed: it seems to be parthenogenetic in the northern parts of Europe (1). We confirm the morphological diversification of the P. niger species complex living on Rosa spp. (2). Having found and reared Phylloecus linearis and P. xanthostoma, new illustrative material is provided of both larvae and their ecology (3). A morphological table compares the similarities and differences between the four species currently known in Western Europe (4).
(English) –
Cagnetta G., Labadessa R., Altini E., Clemente D. & Vovlas A.: New records and an updated checklist of the butterfly fauna (Lepidoptera: Papilionoidea) of Puglia, south-eastern Italy.
Phegea 48(4): 113–121.
An updated checklist of Rhopalocera occurring in Puglia region, in the south-eastern part of the Italian peninsula, is presented, together with their occurrence status. Surveys were made from 2007 to 2020, and 110 butterfly species from 6 families, including several confirmations of historical published records, were encountered. Among these, threatened species such as Zerynthia cassandra, Melanargia arge, Euphydryas aurinia should be mentioned. Including all the published records, the total number of butterfly species recorded in Apulia is 120, which amounts to 40% of the total Italian and approximately 24% of the total European butterfly fauna. A revised checklist represents a starting point for further research, provides a foundation for future butterfly conservation actions and implies that more research is needed, to increase the general knowledge of the butterfly fauna in South Italy.
(English) – [S1] [S2]
Kudrna O.: The hidden wing pattern in European species of the genus Colias (Lepidoptera: Pieridae).
Phegea 48(4): 122–137.
Wing pattern is known to play an important role in the life of butterflies. Insect eyes perceive a different light spectrum than human eyes. Butterfly eyes perceive short wave lengths invisible to human eyes, particularly the ultra violet rays in the range of 365 nm. The hidden wing pattern is characteristic of pale coloured butterflies, particularly in the family Pieridae, especially in the genera: Colias Fabricius, 1807 and Gonepteryx Leach, 1815. The purpose of this short paper is to illustrate in true colour the hidden wing pattern of the European species of the genus Colias and give an impulse to reviewing the hidden wing pattern at least in European species of Pieridae.
(English) –
Troukens W & Drumont A.: Opilo mollis (Linnaeus, 1758) (Coleoptera: Cleridae) in de Benelux.
Phegea 48(4): 138–142.
Naar aanleiding van twee vangsten van Opilo mollis (Linnaeus, 1758) in 2017 en 2019 te Oudergem (Brussels-Hoofstedelijk Gewest) besloot de eerste auteur een studie te maken over de verspreiding van deze soort in de Benelux. Deze kever leeft onder schors van dode takken en stammen van loofhout waar hij jaagt op schorskevers. Hij is overal zeldzaam. De verspreidingskaart toont aan dat hij in sommige streken volledig ontbreekt.
(Nederlands) –
Verboven A.: Korte mededeling. Rups van Ligusterpijlstaart Sphinx ligustri (Lepidoptera: Sphingidae op Sierstruik Spiraea nipponica (Rosaceae).
Phegea 48(4): 142.
Tijdens werkzaamheden in mijn tuin in Heverlee, Vlaams-Brabant op 15 augustus 2020 ontdekte ik een volgroeide rups van Ligusterpijlstaart Sphinx ligustri Linnaeus, 1758 op een sierstruik, Spiraea nipponica Maxim.“June Bride”, afkomstig uit Japan en voor zover ik kon nagaan nog niet gemeld als voedselplant voor deze soort (Robinson et al. 2010). De rups leeft polyfaag op een aantal bomen en struiken, waaronder ook twee soorten uit het geslacht Spiraea: S. chamaedryfolia L. en S. salicifolia L.
(Nederlands) –